maandag 10 december 2018

New story: de teddybeer

Het einde leek al een hele tijd de beste oplossing voor de duisternis dat Jan omringde. Hij had zelfs de perfecte dood uitgeschreven als een filmscript en geschrapt wat een ander zou pijn doen of beschadigen. Pillen waren de optie geworden, snel en zonder al te veel leed.
Met zijn pilverslaafde nicht die bij hen inwoonde was er genoeg van dit vergif in huis. Hij wachtte het juiste moment af en net wanneer zijn moeder het een afscheidskus gaf zoals anders niet wetende dat dit haar laatste zou zijn de deur sloot kwam dit moment. Hij wandelde met tranen gevulde ogen de trap op, maar zelfverzekerd wanneer hij eindelijk de pillen in zijn handen goot.
Één voor één verdwenen ze in zijn mond tot de doodsteek richting zijn hart zijn wereld zwart, koud en stil maakte. Met een laatste traan viel hij op de grond, zijn moeder die vlug nog even naar huis had gereden om een vergeten document te halen hoorde hem neervallen en ging gaan kijken.
Wat ze daar zag was haar grootste nachtmerrie, haar bloedeigen lieveling lag op de grond terwijl een lege doos antidepressivaos uit zijn hand rolde. Zijn hart klopte niet meer en haar gedachten meteen op automatische piloot. Voor ze het zelf door had ademde hij weer en was de honderd gebeld.
Ondertussen was hij in een donkere stille ruimte, weg van alle problemen had hij gehoopt. Dit was jammer genoeg niet zo, zijn schuldgevoelens weergalmde in het eindeloze zwarte en beelden van zijn vrienden, maar ook familie flitsten met de snelheid van het licht voor zijn ogen. Het gemartel was nog erger dan ooit tevoren en zijn eenzaamheid vrete aan hem. Had hij maar met iemand gepraat, maar daar was het nu wel te laat voor dacht hij bij zichzelf.
Plots uit het niets zag hij een licht, hopend dat het zijn ticket naar een betere plaats was liep hij als een luipaard ernaar toe. Tot zijn grootte verbazing was het niet eens dat, maar een boek en een pen zevend in het niets.
Zijn nieuwsgierigheid leidde hem ertoe de pen te nemen en hij besloot te schrijven hoe hij zich voelde. Met watervallen die stroomde langs zijn rozige wangen en met een bevende hand schreef hij alles neer. Wanneer hij klaar was wou hij het boek sluiten, maar het weigerde en gouden letters verschenen. Hij begon deze mysterieuze tekst te lezen:
Lieve lezer,
Jij kent mij niet, maar ik jou wel. Je schreef met de prachtigste pen ter wereld de droevigste herinneringen neer, hopend dat er iemand zou luisteren naar jou diepste pijn. Wel laat mij er voor je zijn. Laat mij jouw vuurvliegje zijn in de nacht, die jouw duisterste tijden verlicht en het juiste pad zal tonen. Ik zal de vriend zijn die naar al je harten zorgen luistert, wanneer je niet gehoord wordt. Ik ben dan maar een boek, maar ik mag jou. Je was dapper, als een ridder vocht je de draak in je hart en gedachten. Een beest dat niemand kan beschrijven of inbeelden als je er nog nooit hebt mee gevochten.
Je bent ook warm, want ondanks de duisternis wilde je stralen voor degene van wie je hield. Je sterke karakter was je schild die je beschermde en de magie die je voedde waren de mensen om wie je gaf. Magie is echter niet onuitputtelijk, ook jij voelde dat en jouw ridder werd alsmaar zwakker. Je wou dat echter niet toegeven en besloten vol trots te eindigen.
Toch ben je dat niet, dat voel ik in de rondingen van je schrift en de energie waarmee je alles neerpende. Er zit nog vechtlust in jou, enkel was het onzichtbaar voor jou omdat je enkel nog de wonden zag die de draak aanrichtte en je langzaam liet overmeesteren. Daarom ben ik er, omdat ik wel geloof dat jij het kunt zolang het beest maar de baas blijft.
Ik zal degene zijn die de ridder uit de modder hoopt te trekken, maar ook jij moet willen. Sluit dit boek en ik zal één worden met jou. Samen zullen we ontwaken zoals we altijd al deden en net als toen zal ik de monsters verjagen wanneer de duisternis ons omringt.
Zijn oogleden werden lichter en in zijn armen hield hij zijn oude teddybeer, iets klikte waardoor hij snapte wat er juist gebeurt was. Er was geen boek, enkel teddy de beer die hem ontglipt was in de loop der tijd. Hij die was degene waarmee hij altijd zijn diepste geheimen deelde, ookal kon hij geen advies teruggeven. Ook beschermde hij hem altijd van alle monsters onder zijn bed, dus wie weet kon ook hij hem nu beschermen tegen de monsters in zijn hoofd.
Hij glimlachte voor de eerste keer in maanden en zag nu ook zijn moeder met roodgezwollen ogen en appelrode wangen van verdriet. Hij aaide haar zachtjes over haar hoofd en fluisterde: ‘Het spijt me zo, Dankje dat je je idiote zoon nog maar eens uit de penarie hield ook al wilde hij het niet. Jij bent mijn held en ook mijn reden om te leven. Het spijt me dat ik het niet meer kon zien, maar ik beloof dat ik zal vechten met woorden en alles zal delen. Ik hou van je mama, ook al zeg ik dat vel te weinig.’
Hij omarmde haar en viel in slaap, het was een vermoeiende dag geweest en waarschijnlijk zullen er nog komen maar hij had zijn mama, vrienden en zijn geliefde oude vriend Teddy terug. Samen zouden ze de beesten en duisternis verdrijven, dat wist hij gewoon. Hij zou nooit nog zoveel opkroppen, want dat levert toch enkel meer pijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten