Davina
en haar duister geheim
Er was eens een mysterieus meisje. Haar naam was
Davina. Dit eenzame meisje zwierf altijd alleen rond. Het was de schuld van
haar familie. Zij hadden namelijk een duister geheim. Niemand wist dat, maar
wanneer maan hoog stond …
Op een zeker dag kwam er een nieuwe knappe
jongen aan. Heel de stad bewonderde hem om zijn uitzonderlijke schoonheid. Zijn
glanzende blonde haren leken goud in de zon, in zijn diepe blauwe ogen kon je
verdrinken. Davina was gek op hem. Maar door al die meisjes die hem aanbaden,
was er in zijn hart geen plaats meer
voor haar. Wanneer hij aankwam op school werden alle jongens groen van jaloezie
en de meisjes viel flauw. Aangekomen in de klas kregen ze van mevr. Dutch een
opdracht per twee. Je mag twee keer raden wie met die nieuwe god mocht
samenwerken… Davina ’s hart sloeg in haar keel. Uiteindelijk raapte ze haar
moed bijeen. Bevend kwam ze bij hem aan en stotterde ‘h-h-h- hallo.’ ‘hallo,
jij bent toch dat meisje van het bos?’ Zei hij lief. ‘ja’ zei ze blozend. ‘hij
kent mij.’ Dacht ze terwijl ze helemaal opfleurde. ‘ over wat gaan we onze
spreekopdracht doen?’ Vroeg hij. Voor ze het wist floepte het woord ‘vloeken’
eruit. ‘cool’ zei hij enthousiast. ‘oef, hij vind me niet raar.’ Dacht ze opgelucht.
‘Er is hier niet ver vandaan een oude bibliotheek met veel boeken, wil je er
naartoe?’ vroeg Davina. ‘Super, morgenavond om achttien uur?’ vroeg hij heel
erg enthousiast. ‘oké’ zei ze. Een kwartier later in de pauze nam Davina haar
magische dagboek. Ze schreef: ‘Lief dagboek zeg mij zal ons duister geheim ook
mij in zijn macht krijgen?’ en het dagboek antwoordde ‘Lieve schrijfster,
duistere tijden komen eraan, dus wees op uw hoedde.’ Uit angst sloeg ze haar
dagboek dicht. De rest van de dag piekerde ze over wat haar dagboek had
geschreven. Eindelijk ging de bel en Davina vertrok naar huis. Het bos zag er
anders uit, normaal was het nog licht maar nu … De bomen leken haar aan te
staren, doornstruiken klaar om aan te vallen. Hoe verder ze het bos in ging hoe
duisterder het werd. Vol angst snelde Davina haar passen. Wanneer ze thuis was
stond haar lieve stiefvader haar op te wachten, afvragend wat er was keek hij
haar aan. ‘Vraag maar niets.’ Zei Davina snel. Ze ging naar boven en nam haar
dagboek uit haar ravenzwarte tas. Al bevend schreef ze ‘lief dagboek zeg me
wanneer.’ Het dagboek antwoordde ‘lieve schrijfster wanneer uw 16de
verjaardag is.’ ‘ Lief dagboek wat zal
er gebeuren.’ schreef ze al wat gekalmeerd. Waarop haar dagboek antwoordde ‘
duister zal u kiezen als uitverkorene.’ Davina werd alsmaar angstiger omdat ze
namelijk morgen 16 werd en met Jonas (die nieuwe jongen) had afgesproken. Die
nacht had ze een nare droom, ze was in een gang. De gang was vol met lichten en
op het einde een deur. Maar hoe dichter ze bij de deur kwam hoe meer lichten er
doofden en plots sloeg ook die deur dicht. Net op dat moment schrok ze wakker.
Ze keek naar haar wekker en zag dat het al 17 uur was. Ze liep naar de badkamer
en kwam haar ma tegen die haar een preek gaf omdat ze zo lang in bed was
gebleven ondanks het zaterdag was. Ze haastte zich naar de bibliotheek,
gelukkig was ze nog net op tijd. Jonas was er al. ‘Je ziet rood.’ lachte hij
lief. ‘Ik heb me dan ook gehaast.’ lachte Davina terug. Ze gingen naar binnen.
De bibliotheek was zo groot dat ze niet wisten waar te zoeken. Tot plots ze een
deur open zag staan en Jonas ermee naartoe trok. Zoiets hadden ze nog nooit
gezien, enkele gigantische boekenrekken tot aan het plafond vol gevuld met oude
mysterieuze boeken en het plafond was rijkelijk versierd. Alleen vroeg Davina
zich af waarom het zo afgezonderd van de rest lag, Davina kwam hier vaak maar
had deze plek nog nooit gezien. Plots zag ze het boek staan “familie vloeken”.
Ze keek in het register en zag daar staan de vloek van de familie Depuis. ‘Dat
kan niet zijn.’ Dacht ze. Ze nam de pagina, waarna ze begon hardop te lezen.
Een lang tijd was de duistere familie Depuis alleenheersers over ons dorp, maar
op een zekere dag kwam de grootste aartsvijand van de familie Depuis toe of de
familie Gomenasai. De jongste dochter was meteen smoorverliefd op de oudste
zoon van de heer Gomenasai. Al snel hadden ze een geheime relatie. Jammer
genoeg kwamen beide families er ook achter. Maar net wanneer ze hen wilden
scheiden sprak de jongste dochter een vloek over beide families uit, die luidde
over duizend jaar zal er een baby geboren worden, zij zal hetzelfde lot
ondergaan als ik. Zij zal verliefd worden op een Gomenasai en hij ook op haar,
ook zal zij krachtiger zijn dan welk kind dan ook in de familie, deze baby zal
dan ook het einde betekenen van de vete en al wie dit tegen zal willen houden
zal sterven. Al snel merkten Davina ’s dat zij die uitverkorene was, dus
besloten ze te vluchten met haar op een plaats waar ze haar nooit zouden
vinden. Davina sloot het boek verbaast. ‘ Davina mag ik iets zeggen?’ vroeg
Jonas verlegen. ‘Ja tuurlijk’ zei ze. ‘ik vind vloeken best eng en wou het
eigenlijk nooit doen, maar ik zei van wel omdat ik dan dacht dat je me leuker
zou vinden.’ Geschrokken keek ze hem aan en vroeg ‘Wat is je achternaam?’
‘Gomenasai’ zei hij en keek haar hoopvol aan. Voor ze nog maar kon reageren
kwam hij dichter een gaf haar een liefdevolle kus die duidelijk naar meer
smaakte, want Davina kust hem liefdevol terug.
Davina en Jonas spraken met de familie de ene was akkoord dat er geen vete meer
was en de andere niet, maar het belangrijkste was dat ze samen konden zijn.
Davina vroeg zich af waar het duistere was want zo erg was het niet, maar
misschien moest het nog komen …
Geen opmerkingen:
Een reactie posten